English translation will come later.
Elke Vlaming kent zijn stijl. Hij is zelfs ver buiten Vlaanderen gekend. Hij heeft covers voor de New Yorker geillustreerd. Maar de meeste kennen hem van tekeningen in de Humo of de Standaard. Als je hem via google eens opzoekt word er meteen de atoomstijl van de jaren '50 aan zijn werk gelinkt. Hij heeft dan ook een heel duidelijke en klare lijn. Werkt zelfs met lat en passer om alles "strak" te krijgen om het in zijn woorden te zeggen. Daarnaast heeft hij een heel beperkt kleurenschema per tekening. Waar hij metertijd aan gekomen is.
"10 jaar geleden zat ik hier ook." Zo begon hij de lezing. Hij had hier op het Sint-Lucas Grafische en Typo gestudeerd, maar daar waar zijn klasgenoten foto's gebruikten om een beeld te hebben begon hij illustratief te werken.
"Eigenlijk ben ik meteen zelfstandig beginnen werken. Dus ik heb nooit echt gewerkt." Ik heb toen de Gouden Gids opengeslaan en grafische bureaus gaan afbellen en daarna langs gegaan met mijn mapje tekeningen. De eerste opdracht die ik te pakken had was voor het Gemeentekrediet en ging over het erfenisrecht. De eerste opdrachten die je krijgt zijn lang nog niet zo interessant als je hier op school krijgt.
De rest van de lezing kwam er een opsomming van opdracht naar opdracht met de bijhorende beelden. Want de volgende opdracht die hij na het gemeentekrediet had was er eentje voor Dexia en het stirpmuseum in Brussel. Het resultaat was het boek "Het Belgische centrum van het beeldverhaal."
Uiteindelijk kwam hij bij de standaard terecht waar hij de rubriekhoofdjes mocht maken. Deze worden nu een tiental jaren later nog steeds gebruikt. Alleen is hij er niet meer zo tevreden van. Wat hij maar normaal vind. Zijn stijl zegt hij zelf is nu meer uitgewerkt en anders.
Hij laat tekeningen zien die met gelinkt waren aan klassieke muziek. Het is een piano eenzaam op een zwevende rots. "Ze moeten er zelf maar iets bij verzinnen." was zijn uitleg. "En als de opdrachtgever het goed vind kom je ermee weg."
Uiteindelijk had hij een Canadeese uitger op het oog en zocht er contact mee. Hij stuurde eens op een maandag een mailtje met schetsen en werken. Een paar maanden later mocht hij ervoor illustreren. Internationaal was hij gelanceerd. En het enige dat hij moest doen was die bal aan het rollen houden. Die uitgever was uiteindelijk een wereldwijde uitgever.
Als hij op reis is maakt hij nog reisschetsen van de omgeving. Het enige vrije werk dat hij kan laten zien behalve nog een losse droedel langs een opdracht. Ik vroeg hem ook naar zijn vrij werk. Zijn antwoord was dat hij er gewoon geen tijd voor had. Wat natuurlijk een positief antwoord is als illustrator. Maar je hoorde dat die reisschetsen is iets was dat hij graag deed en waarmee hij niet zou stoppen.
Bij de volgende reisschets zei hij: "Ik zag die Villa en dacht, och als ik ooit eens genoeg geld verdien met mijn tekeningen. Maar het is bij dit schetske gebleven."
Toen hij een Schets van New York liet zien. Kon hij meteen overgaan in een volgend verhaal. Het verhaal van de New Yorker. Want voordat hij daar op vakantie ging had hij gezorgd dat hij wist bij wie hij terecht kon om in de NewYorker een voet binnen te krijgen. Hij had zijn tekeningen mee en maanden later was hij aan het tekenen voor de cover voor de New Yorker. Maar zo simpel was het niet. Want hoe dat uiteindelijk in zijn werk ging was het niet zo vanzelfsprekend om er gepubliceerd te geraken.
je krijgt op het begin van het jaar een reeks met de thema's die er gaan zijn en je mag kiezen waar je aan meewerkt. Je stuurt een schets op en als het hun aanstaat selecteren ze je uit een hoop. Maar dat doen ze met meerdere schetsen. Dan mag je die uitwerken en uit deze uitgewerkte tekeningen kiezen ze 1 cover. Jan had het grote geluk dat het hem twee keer op rij lukte om gepubliceerd te geraken wat dus niet vanzelfsprekend is.
Door heel zijn verhaal kreeg je wel het gevoel dat van het één het andere komt. Hij kon het éne werk aan het andere linken. Dit heb ik gedaan omdat de opdrachtgever dat had gezien. Natuurlijk spreken die mensen je dan ook aan omdat ze die bepaalde stijl willen. Wat weinig ruimte geeft om eens iets nieuws te proberen.
De kleine opdrachten waren hiervoor. Zoals eens een geboortekaartje. Zo had hij een voorbeeld laten zien van een geboortekaartje in posterformaat. Een A3 poster op dun papier dat gevouwen toch weer een postkaartformaat was. Ik vond het meteen een geweldig idee. Iets om te onthouden dus. Ook zijn stijl was er heel anders, maar spijtig vind ik hier ook geen online voorbeeld van. En als je dan zo eens iets anders hebt kunnen doen, dan kan je dat altijd in je portfolio steken naar verdere opdrachtgevers.
Het idee van de poster heeft hij trouwens voorzichzelf ook uitgewerkt. Een A2 poster met een hoop van zijn werken op en contactgegevens. Deze poster stuurt hij naar verschillende mogelijke opdrachtgevers. "Maar, stuur ik er 10 op, dan zijn er 3 die ervan repliek geven. En 2 daarvan daar komt misschien een jobje uit." Het is duidelijk. Als illustrator moet je niet alleen kunnen tekenen, je moet jezelf ook kunnen verkopen. Niemand zit er te wachten op jou want er is uiteindelijk zoveel te verkrijgen op het vlak van illustratie. En een néé heb je een ja kan je krijgen.
Nog iets dat ik wil onthouden uit de lezing is dat hij liet weten dat een tekening niet perse slecht is als die geweigerd wordt. Maar dat het de opdrachtgever gewoon niet lag. Maar dat is niet erg. Een geweigerde tekening is nooit verloren want je kan die adapteren naar een andere opdracht.
Hij werkt trouwens met photoshop om zijn tekeningen in te kleuren. Vroeger deed hij het met gouache. Maar dat is nu niet meer te doen met de snelheid waar alles mee moet gedaan worden. Maar, photoshop wordt zo gebruikt dat het niet opvalt.
Twee postzegels die hij ontwierp. eén daarvan viel in de prijzen in Italië.
Bij deze tekening waren er massa's voorstudies te zien. Daarbij waren er nog eens zoveel kleurstudies. Blijkbaar had hij nogal gezweet over deze opdracht en had de opdrachtgever steeds weer zijn mening laten weten. van een redelijk simpele tekening zag je het steeds complexer worden.
Een muurschildering die hij maakte als stadstekenaar van Turnhout. Hij liet ons er eerst schetsen en kleurstudies zien die ik spijtig genoeg niet online kan vinden.