Saturday 13 December 2008

workshop schrijven

We hebben op school een gastcollege schrijven gekregen. Het gaat zelfs over een kinderverhaal schrijven voor een prentenboek. Het is echt wel een heel interessante les. Het zijn drie lessen en de bedoeling is dat je na die drie lessen een ruwe schets van een kinderverhaal op papier hebt staan. We kregen deze les van Leen van den bergh.
Maar hoe begin je aan zo een kinderverhaal op papier te zetten. Wel je gebruikt je eigen ervaringen om zo ver te komen. want naast de theorie en het creatief zijn word je hard met jezelf en je omgeving geconfronteerd.

In de eerste les moesten we volgens haar onze goudmijn gaan aanleggen. Eerst een lijstje maken van wat je leuk vind en niet leuk vind, je moet alleen denken dat je terug vijf jaar bent. op mijn papier kwam van alles te staan dat het niet leuk was om geplaagd te worden door mijn grote broers, dat het leuk was dat ik een zusje kreeg.
Als dat gedaan was moesten we een brief schrijven in het heden alsof je voor eeuwig ging vertrekken naar een onbewoond eiland. Dit was voor mij een hele opgave, ik werd alleen maar kwader en kwader. Het was vooral een brief naar mijn familie geschreven. Tegen mama dat ze eindelijk normaal moest doen, tegen papa dat hij eens eindelijk moet accepteren dat hij kinderen heeft en die ook zo moet behandelen. Tegen zusie dat ze niet zoals mama moet worden. Niet zo verwend moet doen.
Ik was echt kwaad op het laatste en dat ik zo kwaad was verbaasde me toch. 
Maar goed, uit deze twee bronnen moesten we dan basisbegrippen halen en een thema kiezen voor ons verhaal. Bij mij werd het uiteindelijk het te veel aan verantwoordelijkheid en mezelf veel te veel wegcijferen voor andere. Het personage uit mijn verhaal moest mijn problemen gaan oplossen. Hoe ga ik dat kunnen doen?

De tweede les was al minder zwaar. Het was gewoon leuk. We moesten om te beginnen een voorwerp nemen dat voor ons heel belangrijk is en bijna altijd bij hebben. Er werden rond mij fotootjes bijgehaald, kleine oude verfrommelde papiertjes, een pen. Maar ik nam mijn boekje ter hand. Het boekje dat ik bij me heb om van alles in te schrijven, om in te tekenen. De opdracht was nu om een kleine tekst te schrijven. Een tekst die laat zien hoe speciaal dat voorwerp voor jou is.

Mijn wereld van papier
klein en handig in mijn hand.
Koninklijk rijk gevuld van buiten
voor het bijzondere van binnen.
Mijn verkeersagent
mijn vuurtoren
de kerk die in het midden staat.
lijntjes staan klaar als een nieuwe horizon.

Ik was zelf heel tevreden over mijn resultaat, schreef de tekst zelfs op het allereerste nog lege blad van het boekje. Leen zei dat ik talent had. Ik glunderde was blij om het compliment, schrijven was dan voor mij naast tekenen iets dat ik echt nodig heb.

Nu moesten we een beeld vormen van ons personage, duidelijk weten wat zijn probleem is en dat proberen op te lossen. De ene was er rapper mee weg dan de andere. Ik was nog steeds aan het zoeken. Het werd voor mij uiteindelijk een ridder die altijd een lijstje bij zich heeft en als het lijstje af is hij op vakantie kan gaan. Maar natuurlijk word dat lijstje (net zoals bij mij) alleen maar langer.

De derde les was gisteren, ik keek er echt naar uit. We moesten nu die ruwe schets hebben van ons verhaal, maar hoe meer ik erover nadacht hoe meer ik in de knoop kwam met het verhaal en het probleem. Soms moet je een probleem eerst in het echt oplossen vooraleer je er over kan schrijven. Dat zal ooit gebeuren, en dan zal mijn ridder klaarstaan om mijn verhaal te redden.

Voor de rest waren er nog leuke discussies over het commerciële kinderboek in vergelijking met het poëtische kinderboek. Er werd een leuke opmerking gemaakt door een klasgenoot. Ze vond dat je kind bumba laten lezen of kijken hetzelfde is als je kind frans bauer te laten lezen. Ik lag echt plat van het lachen, wat een vergelijking.

Leen van de bergh sloot haar gastcollege nog heel mooi af met ons te vertellen wat haar ideale boek zou zijn om te schrijven. Namelijk het boek dat eindigt met een lege pagina. Dat er niets meer dan dat te vertellen valt om het te begrijpen. 

Het waren leuke lessen, heb er echt iets van geleerd en zal het zeker nog gaan gebruiken. De creatieve denkoefeningen. Het vermogen om door de ogen van een kind te kijken. Merci aan mijn leerkrachten die dit organiseerde, merci aan Leen. Dit was echt leuk.

Tuesday 9 December 2008

Klap in mijn gezicht

Ik heb juist een tussenbespreking gehad en het was even een klap in mijn gezicht. Het was wel allemaal waar wat hij zei, maar dat je dat pas na twee en een half jaar tekenen te horen krijgt is wel vervelend. Het kwam er gewoon op neer dat ik mijn stijl drastisch moet veranderen omdat die gewoon te veel op de stripstijl lijkt. dat mijn vormtaal vast hangt in de clichés.
Slik... zucht.
De opdracht die bezig is van Averbode moest ik gewoon afmaken, maar dan zouden er veranderingen moeten komen.
Het gaat ongemakkelijk aanvoelen, het gaat moeilijk zijn, maar...
maar het zal de moeite waarschijnlijk zijn.


Hij bladerde door mijn schetsboek op zoek naar spontane droedels. Mijn losse stijl. Hij bleef bladeren en wees uiteindelijk op een heeeeel klein los schetsje. "Zie je, dit is het, als je dat vergroot, daar zit meer leven in." Echt? dacht ik bij mezelf. "Heb je nog meer schetsboeken? pak die volgende keer dan maar mee, dan zullen we er eens in kijken, soms zit het in de kleine details. Ja blijkbaar dacht ik met het kleine schetsje van het onnozel mannetje in mijn achterhoofd.

Op dit moment heb ik geen zin meer in tekenen. Ik durf geen lijn meer op papier te zetten. Toch niet meer deze les of vandaag. Ik voel me even heel belachelijk. Die schets voor averbode dat moet maar even wachten.

Wednesday 19 November 2008

Schetsboekverhalen

Woensdagen zijn op school verschrikkelijk. Een hele dag zware theorie. Ik voel me spontaan terug in het middelbaar waar je braaf op je stoel moest blijven zitten. Ik ben dit echt niet meer gewoon. Na een les leerpsychologie, Artistieke onderzoeksvaardigheden en kunstactua staat mijn schetsboek weer voller met nutteloze schetsen. Iets waar ik me nog iets mee kan uitleven. Maar zelfs dat helpt op het laatste niet meer. Ik begin op mijn stoel te draaien, kijk rond heb al lang niet meer door waar de les over gaat. Op deze manier concentreren gaat mij niet meer af.
Als de les dan eindelijk gedaan is ben ik zo blij als een klein kind en giechel om domme humor als een puberale tiener. Sorry mensen ik kan er echt niets aan doen. Ik moet af en toe kunnen springen of lawaai maken. Maar als ik heel hard zou proberen, misschien, misschien zou het mij wel lukken om stil te zitten en geintresserd uit te zien. Ik kan je nog niet beloven dat ik wel degelijk oplet. Waarschijnlijk gaan de tekeningen in mijn schetsboek dan allemaal tot leven komen in mijn hoofd. Dan loopt het konijn in de hand van het blote gat monster weg,
het monster zal nog lelijker kijken en uiteindelijk de pagina overlopen naar het portret/karikatuur van mijn leerkracht kunstgeschiedenis, die zou zijn tekstballontje laten staan en schreeuwend het blad af lopen. Uit komen bij de indiaan en hem in zijn tent verstoppen. De indiaan zou rustig blijven en het deken nog meer rond zichzelf draaien.

De lelijke meisjes de pagina erlangs zouden op de blote madam schreeuwen die haastig naar kleren zou zoeken. Sinterklaas zou eindelijk dat chocolade mannetje in de schoen kunnen leggen en zijn rug strekken.
zwarte piet zou zijn salto afmaken en tegen de kerstman aanvallen. De zou lelijk kijken en van de stapel cadeautjes afvallen. De cadeautjes zouden openscheuren en zo zou heel mijn schetsboek zich nog meer vullen met leuke mannetjes en verhalen.

Sunday 9 November 2008

Eerste publicatie

Op school krijgen we dit jaar verschillende opdrachten van een uitgeverij die we dan met heel onze klas moeten maken. Ieder op zich natuurlijk. Dan kiest de redactie 1 van die tekeningen en zet die ook echt in het tijdschrift. Er is altijd een verhaal om te illustreren en een gedicht. Ze draaien allebei rond hetzelfde thema. Voor het nummer van november draaide het rond tijd.
Ik had mij aan het illustreren van het gedicht gezet. De eerste schetsen werden gemaakt en ik vond mijn weg. Met nog wat raad van de leerkracht hadden we de schets op ons blad staan die we doorstuurde naar de redactie. De commentaar die ik terug kreeg was positief.

"Heel leuke uitwerking, heel dynamische tekening, we zijn benieuwd naar de definitieve tekening. Nog een tip, wat elementen toevoegen op de achtergrond."

Met deze commentaar in mijn achterhoofd ging ik verder met de schets, ik plaatste de klok in de achtergrond en zocht naar de kleuren die ik wou gebruiken. Het gaat een beetje stroef, maar iedereen zegt dat het goed was. Nee! ik vond van niet en zocht verder. Ik zocht en werkte verder op de avond voordat we het moesten afgeven om op te sturen. Op de avond dat ik eigenlijk een opdracht van Grafische moest maken maar niet wou. Ik zocht en ik vond wat ik wou. Het lijkt een beetje op een klok die in een gezellige kamer hangt. Ik was er tevreden mee.


Dit is de tekening!!!


Gisterenavond keek ik in mijn mailbox van school en er stond een mail van het tijdschrift in. Het was al de volgende opdracht, deze keer het thema feest. Het is een leuk gedicht en ga er al met veel plezier aan werken. maar helemaal onderaan de mail stond er dit:

PS: In Knuffel november staan de tekeningen van Sanne (gedicht) en Nick Claes (verhaal).

Ik sprong een gat in de lucht. Het was laat maar wou het toch nog aan iedereen kunnen vertellen. De ene was wat enthousiaster dan de andere. Ik leerde meteen dat de mensen die mijn enthousiasme niet spiegelde me van mijn stuk brachten en me aan het twijfelen brachten. Vooral als ze dicht bij mij stonden. Wat!? denk ik dan. Ik mag toch blij zijn! ik verdien dit. Verdien ik dit? Ze doet me gewoon twijfelen als ik dit wel verdien! Ik begin er gewoon over na te denken, ja dit is makkelijk verdiend, dit was nog geen heel grote uitdaging. Maar ik ben wel gepubliceerd!





Thursday 23 October 2008

Ben ik grafisch ontwerper of illustrator?

Op het begin van het derde jaar moesten we kiezen wat we wouden doen. Mijn keuze stond rotsvast, namelijk hoofdatelier grafische vormgeving met de extensie illustratieve vormgeving. Mijn rots was blijkbaar niet zo sterk want vandaag ben ik overgeschakeld naar hoofdatelier illustratieve met extensie illustratieve.
Ik twijfel niet vaak. Maar deze keer had ik het zwaar te pakken. Ik was op het begin van het jaar diegene die de andere hielpen met hun keuze. Nu moesten ze mij helpen (lees aanhoren van mijn gezaag.) 
De twijfel was begonnen op het begin van het jaar, iedereen waar ik tegen zei dat ik grafische vormgeving deed gaf me het antwoord, echt? geen illustratieve? Zelfs een leerkracht zei dat. Het is niet dat ik niets bak van grafische vormgeving, maar iedereen vond dat ik beter bij illustratieve stond. Iedereen zag dat behalve ikzelf.
De twijfel groeide en groeide, ik begon tegen de opdrachten van grafische op te zien, gewoon omdat ik veel liever een opdracht van illustratieve zou doen. Gisteren werd ik ook voor die keuze geplaatst. Een tekening afwerken voor een kindertijdschrift of een layout voor een krant verzinnen. Ik had snel gekozen en ging aan de slag met penseel en verf.
En toch, zou ik het wel doen? Waarom? mijn pro en contra lijst je kwam weer boven, deze keer stond er illustratieve en grafische op. Mijn lijst was duidelijk, de knoop zat nog met een paar draadjes vast. Eén laaste harde slag en hij was door!
Ik ben overgeschakeld, wat een opluchting, in het vervolg 12uur illustratieve op een week en geen grafische meer. Nu nog met de leerkrachten babbelen en het contract in orde maken.
De leerkrachten gaven geen tegenwind, het was mijn keus, ik moest hem alleen maar maken maar mijn beslissing niet op punten, leerkrachten of eender welke tijdelijke dingen laten rusten. Dat zou ik niet doen. Ik wil doen wat ik graag doe, tekenen, tekenen en nog tekenen. iets wat ik altijd wil blijven doen.