Deze avond ben ik nog eens na lange tijd naar het theater gegaan. NTGent. Want als echte Gentenaar moet je daar eens geweest zijn. En ik werd van mijn sokken geblazen!! Misschien omdat ik al zo lang niet meer naar het theater was geweest, misschien omdat het een thematiek was die me nauw aan het hart ligt of misschien gewoon omdat het verdomd goed was. Maar ik denk vooral dat het een mengeling van de drie was die het geweldig maakte.
Ik ging naar de voorstelling Rood, een stukje levensverhaal van de abstract expressionistische schilder. De rol voor Rothko was weggelegd voor niemand minder dan Wim Opbrouck. De assistent werd gespeeld door Servé Hermans. Eerst verschoot ik wat van zijn Hollands accent maar na een tijdje kon ik het wel appreciëren voor de afwisseling in klank.
Wat me vooral verbaasde is dat ik enorm werd meegesleurd in het verhaal. Ik had wat schrik om 2 uur op een stoel te moeten zitten. Want in de inleiding die ik ervoor mee volgde droomde ik steeds weer weg. Toch werd ik door het verhaal en het acteerwerk van de twee compleet meegesleurd. Het leken verre van 2 uur.
Het thema is dan ook op mijn lijf geschreven. Toen ik de werken van Rothko een aantal jaren geleden in Londen zag was ik erdoor overdonderd. En heel het gevoel dat ik toen had werd in deze voorstelling uitgelegd. Dat een werk je opslorpt. Dat het niet zomaar wat kliederen op doek is. Ook kan ik het heel goed op mijn eigen werken laten slaan. Mijn abstracte werken zijn niet zomaar mantelstukken zoals Rothko in het stuk zegt. Het is een proces voor mij, en ik heb er gevoel bij als ik het maak, geraak in trance. En hoop alleen maar dat het ook zo is als iemand er naar kijkt. Maar zo ver ben ik nog lang niet met mijn abstracte werken.
Maar het idee dat ik heb over mijn schilderijen, kwam in grote delen overeen met het idee dat Rothko had over zijn schilderijen.
het leuke was voor mij wel, met mijn achtergrond in de kunstgeschiedenis, dat ik elke kunstenaar die genoemd werd voor ogen kon halen. Zelfs specifieke kunstwerken waar ze over spraken kende ik. Zoals eerder gezegd, dit stuk lag helemaal in mijn straatje en zou ik dolgraag nog een tweede keer willen zien.
Over de acteerprestaties. Geweldig! Wim kreeg de kans om woede te spelen. En hij deed dat geweldig. Er waren momenten dat het publiek zelfs niet op zijn stoel durfde te bewegen. Schrik dat hij op hun zou beginnen schreeuwen met intellectuele dingen. Op het laatste zag je ook de Bekende Vlaming Wim niet meer. Je zag de man die hij speelde, Mark. Servé leek nog wat los te moeten komen, op het begin zag je het toneelspelen nog in hem zitten. Maar naarmate het stuk verder ging, kwam de rol meer in zijn lijf zitten. Is het een principe van casting of mijn muggenzift?
Af en toe kriebelde het in mijn lijf, had ik willen opstaan en zelf mee gaan doen om te acteren, die pure emoties daar op het podium heerlijk, maar nog meer kriebelde het om mijn verfborstels in handen te nemen en nog eens een schilderij te maken na lange tijd. Had ik het gekund daar en toen, ik had het gedaan.
Heel het stuk was een groot kunstdebat en filosofie. Er waren mooie citaten. Die ik spijtig genoeg nu alweer vergeten ben. Maar af en toe werd er iets gezegd waarvan ik dacht. JA!! INDERDAAD! Of, hmmmm, zo had ik het nog niet bekeken, praat verder... .
Hoeveel is kunst nog van de kunstenaar?
Kies je voor mooi of voor emotie?
Wat met de vorige generatie als de volgende aankomt?
vernieuwen of blijven zoals je bezig bent?
Het wakkerde de weer eens de kunstenaar in mij aan inplaats van de professioneel gerichte illustrator die de laatste tijd in mijn leeft en van opdracht tot opdracht gaat. Waar is de poëzie in mijn werk naartoe en is het er ooit geweest? Is er echt zo een scheiding tussen mijn abstracte werken en mijn illustraties? Hoe kan ik diezelfde gedrevenheid en zoekingen in mijn illustraties steken. Maar ook, wil ik dat wel?
Het zegt me misschien gewoon dat ik inderdaad een toegepast kunstenaar ben met mijn illustraties en een kunstenaar met mijn schilderijen. Dat ik beide aandacht moet geven, hoewel de laatste tijd de schilderijen ver naar achter zijn geschoven.
En toen was de voorstelling gedaan. De lichten gingen uit, de muziek speelde nog na. Iedereen wist dat het gedaan was, maar het bleef muisstil in de donkerte. Totdat de muziek een seconde of 5 gestopt was en de eerste persoon durfde te klappen. Ze kregen een welverdiend daverend applaus. Ik voelde me weer helemaal voldaan in mijn inspiratie en stapte op mijn fiets. Nagenietend van de voorstelling fietste ik langs het belicht Gravensteen en door het wondermooie Gent. Wat meer wil je nog hebben als creatief persoon?